2 januari 2010
Toepassen van de BPM-wetgeving zoals die gold bij eerste ingebruikneming Bij de BPM-heffing bij de invoer van gebruikte auto’s kan het voorkomen dat op basis van de huidige wet een hoger bruto BPM-bedrag geldt dan het bruto BPM-bedrag zoals dat destijds is vastgesteld voor vergelijkbare auto’s op het moment van eerste ingebruikneming op basis van de toen geldende wet. Hierdoor zou bij gebruikte auto’s meer belasting worden geheven dan de belasting die nog drukt op vergelijkbare auto’s die al in het binnenlandse verkeer zijn. Omdat dit strijdig zou zijn met het Europese recht werd in de praktijk toegestaan dat de belasting in de bezwaarfase werd vastgesteld op basis van de historische wetgeving. Vanaf 2010 kan direct bij de aangifte worden gekozen voor de laagste BPM, die van de huidige wet of die van de wet zoals die gold op het tijdstip dat de auto voor het eerst in gebruik is genomen (waar dan ook). Inkoopwaarde i.p.v consumentenwaarde Het afschrijvingsregime voor gebruikte motorrijtuigen wordt aangepast. De afschrijving voor een gebruikt motorrijtuig werd tot nu toe uitgedrukt in een percentage van de consumentenprijs in nieuwstaat. Als gevolg van arresten van de Hoge Raad wordt de afschrijving voortaan uitgedrukt in een percentage van de inkoopwaarde in nieuwstaat. De afschrijving verloopt hierdoor iets sneller. Ook de forfaitaire afschrijvingstabellen in de BPM worden op dit punt aangepast.